A R B O W O N EN 12. Tien gouden tips 1. Behandel de nieuwe medewerker als een nieuwe klant! Zorg voor een goede ontvangst op de eerste werkdag met een werkplek die in orde is, een bloemetje op tafel en een collega die de nieuwe medewerker ontvangt en begeleidt. 8. Oordeel niet te snel Een nieuwe medewerker moet wennen aan een nieuwe baan en de werkomgeving. De leiding en collega’s moeten wennen aan de nieuwe medewerker. Geef de nieuwe medewerker een kans en oordeel daarom niet te snel. 2. Zorg voor een vraagbaak Stel vooraf een ‘mentor’ of contactpersoon aan. Dit kan bijvoorbeeld een ervaren collega, de leidinggevende of personeelsfunctionaris zijn. Het ideale is een ervaren collega die hetzelfde werk doet en die veel in de buurt van de nieuwe medewerker is. 9. Plan regelmatig een gesprek Maak regelmatig tijd vrij voor een (kort) gesprek met de nieuwe medewerker. Bijvoorbeeld aan het einde van de eerste dag, het einde van de eerste week en daarna eens per twee weken. Als het niet goed gaat, kunt u tenminste snel bijsturen. 3. Bereid de introductie goed voor Maak vooraf een plan op papier: een A-4tje waarop staat met wie de nieuwe medewerker moet kennismaken, wie wat vertelt, welke informatie noodzakelijk is etc. 10. Sluit de introductie af Voer aan het eind van de inwerkperiode (of aan het einde van de proeftijd) een gesprek met de nieuwe medewerker. Heeft de medewerker voldoende informatie ontvangen? Zijn alle belangrijke zaken aan de orde geweest? Is het de medewerker duidelijk wat er de komende tijd van hem verwacht wordt? Zijn er nog vragen of zaken die extra aandacht nodig hebben? Weet de medewerker waar hij terecht kan, als hij nog vragen heeft? Voelt de medewerker zich op zijn gemak in de nieuwe omgeving? Bespreek ook wat de medewerker nog moet leren om goed te (blijven) functioneren en leg dit alles vast in een verslag dat in het personeelsdossier wordt bewaard en bij het eerstvolgende functioneringsgesprek kan worden gebruikt. 4. Informeer uw medewerkers Stel collega’s op de hoogte van de komst van de nieuwe medewerker. 5. Culturele achtergrond Als u een medewerker met een andere culturele achtergrond heeft aangenomenis het belangrijk om tijdens de inwerkperiode kennis te nemen van elkaars opvattingen en gebruiken. Tijdig overleg over gewoonten en omgangsvormen kan misverstanden en wederzijdse ergernissen voorkomen. 6. Spreid de informatie Als de nieuwe medewerker veel nieuwe kennis tot zich moet nemen, spreid dit dan over een aantal dagen of weken uit. Vertel eerst datgene wat de nieuwe medewerker direct moet weten. 7. Niets is vanzelfsprekend Informeer de nieuwe medewerker over bedrijf- c.q. afdelingsgewoontes, de manier waarop collega’s met elkaar omgaan, de onderlinge samenwerking, de historie van het bedrijf of van de vestiging, etc. NIEUWE MEDEWERKERS Pagina 32

Pagina 34

Heeft u een gids, publitas of digi archief? Gebruik Online Touch: tijdschrift digitaal zetten.

Arbo wonen en Personeelswijzer wonen


You need flash player to view this online publication