A R B O W O N EN 4. Knelpunten voor de parketlegger Welke soorten vloeren legt een parketlegger? • Geprefabriceerd parket, zoals laminaatparket en lamelparket: deze producten zijn al in de fabriek afgewerkt, zodat het aan brengen van lak, olie en voegenkit achterwege kan blijven. • Laminaat wordt vrijwel altijd met een ‘kliksysteem’ gelegd, zodat verlijming niet nodig is. • Lamelparket wordt net als laminaat vaak zwevend gelegd, dus niet direct verlijmd op de ondervloer; alleen de onderling ‘mes in groef’ wordt met houtlijm verlijmd. • Traditioneel parket, zoals tapis, mozaïekvloeren en massieve planken: de afwerking met olie of lak is altijd nodig en tegenwoor dig vindt steeds vaker volledige verlijming plaats. • Kurkvloeren zijn meestal verlijmd en gelakt; door het karakter van natuur-product werd al vroeg overgestapt op oplosmiddelvrije producten. De vloer ‘werkt’ Wanneer een parketvloer vlak na het leggen nog sterk werkt, kunnen direct al problemen optreden bij de afwerking, zoals bij het voegen. Wanneer een afgewerkte parketvloer sterk blijft werken, kunnen naden ontstaan, of de vloer kan bol of hol gaan staan (schotelen). In ernstige gevallen springt de vloer zelfs los van de ondergrond. Het is dus zeer belangrijk om de wisselingen in het (lucht-) vochtgehalte zo veel mogelijk onder controle te houden. De parketlegger en de consument moeten zich hiervan bewust zijn. De parketlegger zal het vochtgehalte van de ondervloer en de luchtvochtigheid moeten meten vóórdat hij begint met leggen. Ook moet het parket acclimatiseren in de woning, voordat begonnen wordt met leggen. Langere droogtijden De luchtvochtigheid kan invloed hebben op het gebruik van watergedragen producten en vooral op de droogtijden van lakken, lijmen en voegenkitten. Het verschil met de situatie waarin nog oplosmiddelrijke producten mochten worden toegepast is echter minder groot dan vaak wordt gedacht. 4.1 Vocht in lucht, hout en ondervloer Vocht kan bij de verwerking van houten vloeren voor problemen zorgen. Het gaat dan om vocht in de ondervloer, de lucht en in het hout. Vocht kan optrekken vanuit de ondervloer of vanuit de bodem of kruipruimte. Door grote verschillen in het relatieve luchtvochtigheid, kan hout gaan uitzetten of krimpen. Vooral massief parket (tapis, planken) kan sterk werken, met name de bredere planken. Ook zijn er verschillen in de vochtgevoeligheid van houtsoorten. ‘Vettige’ houtsoorten Naast vochtgevoeligheid en werking, kunnen bepaalde houtsoorten ook extra aandacht vereisen doordat zij bepaalde pigmenten bevatten of ‘vettig’ zijn. Ook deze eigenschappen hebben hun invloed op de toepassing van oplosmiddelarme producten. Voorbeelden zijn Kambala en Teak. Sterk werkende houtsoorten: Azobé, Balau geel, Basralocus, Beuken, Robijn, Eiken, Amerikaans rood Eiken, Essen, Keruing. KNELPUNTEN EN TIPS Pagina 64
Pagina 66Heeft u een onderwijs catalogus, i-brochure of e-reclamefolders? Gebruik Online Touch: onderzoeksrapport digitaal bladerbaar op uw website plaatsen.
Arbo wonen en Personeelswijzer wonen