A R B O W O N EN 2.4 parketlakken Inmiddels zijn alle parketlakken vervangen door goede watergedragen alternatieven. Deze lakken hebben soms een iets andere optiek dan de oplosmiddelhoudende lakken en de verwerking is ook anders. Hieronder leest u de aanbevelingen voor het gebruik van de watergedragen parketlakken, die u door de Vervangingsregeling verplicht bent te gebruiken. Verwerking • Breng de lak aan met een roller. • Zet géén druk op de roller in verband met ‘baaneffecten’. • Breng de lak ‘vol’ op. Dit voorkomt te snelle aandroging, baaneffecten, sinaasappeleffect en te weinig slijtweerstand. Hou hiervoor het aanbevolen verbruik per m2 aan. • Werk in blokken, ‘nat-in-nat’ om aanzetten te voorkomen. • Rol eerst in de lengte van de nerf, dan in de breedte en dan nogmaals in de lengte. • Let met name op ‘aanzetten’ bij te warme en/of te droog weer. • Verwijder uit ‘velsranden’ (groeven) de overmaat aan lak met behulp van een kwast. Keuze van het product en het uiterlijk • Kies op lichte houtsoorten in ieder geval voor lak, want bij het gebruik van olie is er een grotere kans op aanhechting van vuil. • Gebruik op donker hout eventueel olie, maar licht de klant goed in over het onderhoud hiervan. • Kies voor een zeer matte lak om het uiterlijk van olie te benaderen. • Lak alle monsterborden en vloeren in showrooms alleen nog met watergedragen lak. De consument ziet dan alleen het ‘nieuwe’ uiterlijk, zodat teleurstellingen worden voorkomen. • Als een met ‘oude lak’ behandelde vloer moeten worden overgelakt, bieden speciale kleurverdiepende watergedragen lakken (‘pure’ PUR-dispersies) mogelijk een oplossing. Het beste resultaat krijgt u wanneer u geen grondlak gebruikt. • Gebruik een 2-componenten product (water gedragen PUR-dispersie) voor extra slijtvastheid. • Gebruik een flexibele lak voor grotere kras vastheid. • Gebruik olie of een speciale (PUR-)acrylaat primer op hout dat problemen geeft met ‘doorbloeden’ van pigmenten of tannines. • Wees voorzichtig met de combinatie van watergedragen beits en lak. Neem eerst een proef. Kies een watervaste beits. Droogtijden en planning • Vertel de consument bij vochtig weer in de winter dat stoken noodzakelijk is. • De ideale temperatuur ligt tussen de 18 22°C (minimum is 15°C). • Meet de vochtigheid van de omgevingslucht en de vloer. • De ideale relatieve vochtigheid is 60 - 65 procent (maximaal 70 procent). • Het ideale vochtgehalte van de vloer is 9 - 11 procent. • Zorg voor voldoende ventilatie. De lucht moet in beweging blijven. Gebruik een lang zaam draaiende ventilator in ‘dode hoeken’. Tevéél ventilatie zorgt echter voor glansverschillen in de lak. Kijk ook uit met open deuren, want dan kan zand en stof binnen waaien. • Scherm zonnestraling zo mogelijk af om ongelijkmatige droging en glansverschillen te voorkomen. • Breng op de eerste dag de grondlak en de eerste laklaag aan, de tweede laklaag volgt een dag later. • In geval van ‘roken’ van hout met ammoniak: wacht met het lakken tot alle ammoniak uit het hout is getrokken. TIPS VOOR parkETLEGGERS EN WONINGSTOFFEERDERS Pagina 57

Pagina 59

Scoor meer met een online winkel in uw edities. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs catalogussen online.

Arbo wonen en Personeelswijzer wonen


You need flash player to view this online publication